Maandelijks archief: september 2010

De astrologische mandala

De astrologische mandala

Inleiding

Een van de onderwerpen waarmee de Franse musicus en filosoof Dane Rudhyar zijn bijdrage heeft geleverd aan de astrologie, is de astrologische mandala.

In dit artikel geef ik een korte uiteenzetting over de opbouw van de astrologische mandala en de manier waarop deze in de astrologie kan worden toegepast.

Geboortehoroscoop

Op het moment dat we geboren worden, beginnen we aan de grote ontdekkingsreis van bewustwording.

De radix (= geboortehoroscoop of oprichtingshoroscoop) geeft een beeld van de energieën, die we als uitgangspunt meenemen.

Vervolgens worden we gedurende ons leven blootgesteld aan de energieën van de cyclische processen, verband houdend met de beweging van planeten om de Zon en hun onderlinge wisselwerking, in steeds verschillende uitwerking. Die energieën zijn op een willekeurig moment voor ieder ongeveer gelijk. Het verschil ontstaat door de volgorde waarin en de wijze waarop de energieën een individu raken, en als gevolg waarvan psychische processen zich gaan afspelen.

Zo kunnen ontwikkelingen in de ontdekkingsreis van bewustwording worden voorzien, omdat de volgorde waarin energieën van invloed zijn vaststaat, evenals het moment waarop deze zich voordoen. Astrologische technieken zijn een belangrijk hulpmiddel ter verklaring.

In deze bijdrage wil ik de potentiële rol die de astrologische mandala kan spelen bij de interpretatie van de ontdekkingsreis van bewustwording, uiteenzetten.

Dat deze technieken van toepassing kunnen zijn op alle organismen met een geboortemoment, licht ik toe met de horoscoop van de Ster.

De astrologische mandala

De astrologische mandala is een systematiek waarbij elke graad van de zodiak wordt voorgesteld door een archetypisch beeld (Sabiaans symbool).

De beelden voor deze symbolen werden in het begin van de vorige eeuw (1925) gechanneld opgevangen door Elsie Wheeler en systematisch vastgelegd door Marc Edmund Jones.

De term Sabiaans verwijst naar een volk uit het midden oosten (Turkije/Syrië) dat de bakermat vormde voor de filosofische traditie gebaseerd op Hermes Trismegistus. Jones was grondlegger van de Sabian Assembly, een genootschap dat het beoefenen van astrologie gebaseerd op de ideeën van Pythagoras nastreeft.

Dane Rudhyar ging ermee aan de slag in het kader van zijn holistische astrologische visie en ontdekte, dat elk symbool een archetypische betekenis van een fundamentele fase van het menselijk bestaan onthult. Op deze manier ontstonden 360 archetypische betekenissen, die onderling een cyclisch karakter laten zien. Dane Rudhyar heeft deze 360 symbolen en het onderlinge verband vastgelegd in het boek “the Astrological Mandala”, dat voor het eerst in 1973 verscheen. De in het Nederlands geschreven 2e editie is verschenen bij Mirananda (ISBN 90-6271-906-6).


De 360 graden zijn verdeeld in 2 halve cycli, het individualiseringsproces (van 1 Aries t/m 30 Virgo) en het collectiveringsproces (van 1 Libra t/m 30 Pisces).

Elke halve cyclus bestaat uit 2 akten (differentiatie en stabilisatie binnen het individualiseringsproces en groepsintegratie en kapitalisatie binnen het collectiveringsproces).

Het individualiseringsproces moet leiden tot de ontwikkeling van een uitgebalanceerd zelf, het collectiveringsproces legt accent op de ontwikkeling van het individu in relatie tot de omgeving.

Elke akte bestaat uit 6 scènes (in totaal dus 24 scènes). Elke scène bestaat uit 3 niveaus (Handelend- Emotioneel cultureel – Individueel mentaal). Elk niveau bevat 5 fasen of stadia.

Op deze manier ontstaan 360 fasen, een voor elke graad van de zodiak.

Elk graad wordt voorgesteld door een archetypisch symbool, met een grondtoon (een korte 1e psychologische interpretatie van het symbool) en een verdere uitleg.

Een symbool vertegenwoordigt iets, wat het rationeel en objectief lijkt te zijn, maar geeft ook het verband aan tussen een specifiek menselijke behoefte en het vermogen deze behoefte te bevredigen.

Zo’n symbool geeft een archetypisch beeld, dat ruimte laat voor interpretatie.

De betekenis van de hoekpunten van de horoscoop

Een horoscoop geeft enerzijds de plaatsing aan van zon maan en planeten op een willekeurig moment, anderzijds beschrijft deze de potentie van het unieke zelf.

In de horoscoop hebben de hoekpunten een speciale betekenis.

Er kan bijvoorbeeld de opdracht uit worden afgeleid die het betrokken individu of organisme bij schepping heeft meegekregen.

Zo geeft de graad, waarop de ascendant (AC = begin 1e huis) staat, de beste weg weer waarop het unieke zelf kan worden verwerkelijkt. (WAT)

De graad van de descendant (DC = begin 7e huis) geeft weer, waarheen deze verwerkelijking zal kunnen leiden. (WAARHEEN)

De graad van het IC (= begin 4e huis) geeft weer, hoe het beste het zielsbewustzijn van de eigen sociaal culturele omgeving kan worden beleefd, en hoe het beste met de uitdagingen van de eigen unieke ontdekkingsreis kan worden omgegaan. (HOE)

De graad van het MC (= begin 10e huis) geeft aan, wat de uiteindelijke bedoeling van een incarnatie is en wat het hoogtepunt is, dat uiteindelijk door het individu of organisme, als resultaat van de hele cyclus van werkzaamheid, kan worden bereikt. (WAARTOE)

Het lijkt een eenvoudig geheel, er kan alleen ogenblikkelijk worden tegengeworpen dat er slechts 360 graden in de zodiak zijn en dat er dus velen met dezelfde opdracht vertrekken die aangeeft hoe het unieke zelf kan worden gerealiseerd. Dat is slechts schijn, een verklaring hoe complex het werkelijk zit wordt toegelicht in de volgende paragraaf.

Het cyclische karakter van de menselijke ervaring

De hoekpunten geven weer wat de opdracht is, waarheen deze kan leiden, hoe deze het beste vanuit de eigen sociaal culturele omgeving kan worden beleefd, en waartoe deze weg moet worden bewandeld.

Het aantal combinaties van hoekpunten lijkt beperkt, echter als we kijken naar het hoe, zien we al een factor (de sociaal culturele omgeving), die voor elk individu per definitie verschilt en daardoor in de uitwerking van het wat tot andere resultaten zal leiden.

Een verdere verfijning ontstaat wanneer er de combinatie van unieke energieën bij betrokken wordt, namelijk de plaatsing van de planeten in de radix.

Elke planeet heeft een eigen bijdrage aan het realiseren van de opdracht.

Zo geeft de graad van de Zon een aanwijzing voor de bron van kracht waardoor de energieën gevoed worden, en vertelt de graad van de Maan iets over het vermogen zich aan te passen aan de omgeving en het vermogen om energie van de Zon door te geven.

Mercurius staat voor middelen en manier om te communiceren, Venus stelt de waarde vast van hetgeen moet worden nagestreefd, Mars toont het vermogen om energieën van het organisme te mobiliseren, Jupiter staat voor het vermogen te groeien en Saturnus laat zien welke structuur moet worden gehandhaafd.

Dat lijkt al ingewikkelder en uniek makend, er zijn echter nog meer mechanismen die iets zeggen over het cyclisch proces waarmee de weg van WAT naar WAARTOE gaat worden afgelegd. Voorbeelden van representaties van dergelijke cyclische patronen zijn de lunaar en de solaar.

Bij een lunaar (moment waarop de Maan de eigen positie in de radix weer bereikt: om de 29 dagen) is in veruit de meeste gevallen alleen de positie van de Maan hetzelfde als in de radix. De positie van hoekpunten en planeten in een lunaar zeggen iets over de manier waarop in de betreffende periode van een maand het individu zich zal aanpassen aan zijn omgeving en vertegenwoordigt aldus iets van de ontwikkeling in de emotionele capaciteiten.

Bij een solaar (moment waarop de Zon terugkeert op de exacte graad die de Zon in de radix inneemt: elk jaar) is meestal alleen de Zon op dezelfde positie te vinden als in de radix.

De positie van hoekpunten en planeten in een solaar geven aanwijzingen voor de deelopdracht in dat levensjaar en de wijze waarop de bron van kracht in dat jaar het beste een bijdrage kan leveren aan de realisatie van de levensweg.

De aanwijzingen vanuit de radix kunnen dus niet rechttoe rechtaan worden gerealiseerd, maar steeds opnieuw moet worden ingespeeld op de omstandigheden, die in de cyclische processen, waaraan we onderworpen zijn, voor ons worden gecreëerd.

Dat is van toepassing op elk object waar de cyclische projecten invloed op kunnen uitoefenen of het nu een organisch individu is of een door individuen gecreëerd orgaan zoals bijvoorbeeld een bedrijf of een vereniging.

Astrologie werkt!

Inleiding

Astrologie roept veel verschillende reacties op. Er zijn mensen die overtuigd zijn van de waarde en inzichten die het kan opleveren voor iemands levensweg, anderen hebben zo hun twijfels en vragen zich van tijd tot tijd toch af of er toch ergens iets verklaard kan worden. Er zijn mensen die het grote onzin vinden, waar geen mens met een beetje verstand zich mee bezig zou willen houden en er zijn personen die astrologie met “wetenschappelijke” argumenten afdoen als niet aansluitend op de wetenschap en dus onzinnig. Vast staat dat de toepassing van astrologie zo oud is als de mensheid en dat er regelmatig nauwe verbanden c.q. coïncidenties zijn vast te stellen tussen geokosmische fenomenen (alles wat met de beweging van hemellichamen te maken heeft) en gebeurtenissen in het leven van individuen, families en volkeren. De tegenstanders van astrologie stellen dat er geen wetenschappelijk fundament is en dat het met de erkende wetenschappelijke benaderingen niet aan te tonen is. In dit artikel zal ik een poging doen om met aanvullende inzichten de waarde van astrologie aan te tonen.

Waarom geloven mensen in astrologie?

Mensen geloven in astrologie, omdat er veel zaken gebeuren waar men geen verklaring voor weet en ze toch begrip proberen te krijgen voor zaken, die onverwachts hun leven beïnvloeden. Ze geloven in astrologie omdat ze verklaringen zoeken voor het onverklaarbare. De astrologie heeft al vele antwoorden gegeven op allerlei voorvallen. Door het onderzoeken van vele mysterieuze voorvallen vanuit de astrologie, zijn al vele min of meer toevallige verbanden met beweging van planeten verklaard, en kon ook de uitwerking daarvan, op wat er zich in een mensenleven en in de maatschappij voordoet, worden verklaard. Mensen raadplegen een astroloog omdat ze benieuwd zijn naar wat er zich in hun leven gaat voordoen, of omdat ze een verklaring zoeken voor moeilijkheden die ze ondervinden. Zo raken ze op de hoogte van de astronomische fenomenen, die een sterke invloed uitoefenen op hun leven en waarvoor via de astrologie een verklaring kan worden gegeven. Mensen kunnen veel baat hebben bij een goed begrip voor deze fenomenen en hun uitwerking bij het overwinnen van hindernissen in het leven en krijgen daardoor een beter begrip van de kosmische uitdaging die op hun leven rust. Dat betekent overigens geenszins dat het leven volledig gepredestineerd is. Aan astronomische fenomenen valt niet te ontkomen. De planeten draaien in een volmaakt georchestreerde regelmaat hun rondjes om de zon en oefenen daarbij hun specifieke energieën uit. Het individu bepaalt door de eigen keuzes op welke manier deze energieën hun leven beïnvloeden.

De dynamiek in ons zonnestelsel

Astrologie is gebaseerd op de beweging van de planeten om de Zon. Sommige planeten hebben een of meer manen die een baan om deze planeet beschrijven. Van de banen van de planeten is bekend, dat ze allen in nagenoeg eenzelfde vlak om de Zon lopen. De projectie van dat vlak rondom noemen we de ecliptica, waar alle tekens van de dierenriem zich bevinden. De banen van de planeten hebben een elliptische vorm. Het kenmerkende voor een elliptische baan is de overal verschillende afstand tot de 2 brandpunten (waarvan in een de Zon staat en in het ander niets staat). Volgens de natuurwetenschappelijke wetten is de snelheid van een planeet in een elliptische baan overal verschillend en afhankelijk van de afstand tot het brandpunt (in casu de Zon). Deze verschillen in snelheid gaan samen met verschillen in aantrekkingskracht en dus ook met verschillen in energie. Deze energie is van invloed op alle leven dat er aan wordt blootgesteld. De afstand van de banen van de planeten tot de Zon verschilt onderling sterk, waardoor de omlooptijd om de Zon per planeet aanzienlijk verschilt. Ook is er een groot verschil in massa tussen de planeten (Jupiter heeft ongeveer net zoveel massa als alle andere planten in ons zonnestelsel samen). Mercurius heeft 88 dagen nodig voor een baan om de Zon, Venus 225 dagen, de aarde doet er precies een jaar over. Mars heeft ruim 687 dagen nodig terwijl Jupiter er bijna  12 jaar over doet. Nog langer duren de omlopen van Saturnus (29,6 jaar), Uranus (84 jaar), Neptunus (165 jaar) en Pluto (247 jaar). Het mag duidelijk zijn dat hierdoor de krachten die de planeten door hun baan om de Zon veroorzaken erg verschillend zijn en dat de uitwerking van die krachten voor alle leven grote verschillen oplevert. Daardoor is de kans dat in ons zonnestelsel alle planeten ooit weer gelijktijdig op een zelfde plaats staan als ooit tevoren 1 op oneindig. Nu is het met name voor de planeten die verder van de Zon af staan dan de aarde  zo dat, telkens wanneer een planeet in zijn baan om de Zon een bepaald teken van de dierenriem doorloopt, dat altijd hetzelfde deel van zijn ellipsvormige baan betreft als toen hij daar de vorige keren doorheen liep. En ook is het zo, dat de afstand van de baan tot de Zon dan gelijk is aan de keren dat hij dat deel eerder doorliep. Dit gaat dus elke keer opnieuw gepaard met dezelfde energiepatronen, en heeft  steeds eenzelfde uitwerking op alle leven dat aan deze energiepatronen is blootgesteld.

Wat leert de geschiedenis van de wetenschap ons?

Sedert zijn ontstaan, heeft de mensheid doorlopend, en vaak met grote tegenzin, zijn wereldbeeld moeten bijstellen. Bij elke nieuwe ontdekking kwamen we dichter bij “de waarheid”. Dit werd achteraf ook voor alle oorspronkelijke tegenstrevers steeds duidelijk. Elke “waarheidsbeleving” bleek in het verleden per definitie tijdelijk te zijn en werd steeds achterhaald. Deze tendens zal zich zonder enige twijfel voortzetten naar de toekomst. Pas wanneer de mensheid er in zou slagen het goddelijk geheel te overzien in al zijn dimensies en dynamiek, zou er sprake kunnen zijn van een onveranderlijke waarheidsbeleving. En daarvoor zal de mensheid, ondanks alle door hem gedane uitvindingen en ontdekkingen, altijd tekort schieten. Immers dan zou de mens zelf het goddelijk geheel (het al) moeten vormen en dan blijft er niets meer buiten die mens over en resteert het kennen van het ik. Als we als mensheid bereid blijven onze kennis doorlopend aan te passen aan nieuwe inzichten, zullen we uiteindelijk steeds dichter bij het begrip voor de werkelijke bedoeling van de schepping komen, en ook steeds beter in staat zijn dit begrip daadwerkelijk om te zetten in een gedrag waaruit onze liefde voor de schepping blijkt.

Vanuit de wetenschap zijn er een aantal inzichten aan te voeren die onze gedachten verder zouden kunnen leiden.

In de eerste plaats noem ik de algemene relativiteitstheorie van Einstein. In deze theorie wordt aangenomen dat zowel massa als energie de ruimte/tijd doen krommen. Einstein stelt dat er geen verschil bestaat tussen een constante versnelling en een constante zwaartekracht. Met deze theorie heeft Einstein o.a..de afwijkingen in de baan van Mercurius kunnen verklaren die in eerdere theorieën werden toegeschreven aan het bestaan van een fictieve planeet Vulcanus (bron Wikipedia). Van zijn denkbeelden is bekend dat Einstein zelf regelmatig heeft gedacht dat zijn theorieën niet juist waren tot er weer bewezen werd dat dit (nog) niet het geval is.

In de tweede plaats wil ik de denkbeelden van Gödel noemen. Hij was een briljant wiskundige die door zijn onvolledigheidstellingen bewees dat systemen (omdat ze uitgaan van een beperkte werkelijkheid en altijd een aantal aannames kennen (axioma’s) die binnen het systeem zelf niet kunnen worden bewezen) onvolledig zijn en dus nooit voor alles een verklaring kunnen geven.

Tenslotte wil ik verwijzen naar de wetenschapsfilosoof Karl Popper. Hij houdt ons voor altijd een gezonde twijfel te hebben aan wat we weten en aan wat we denken bewezen te hebben. Hij noemt dat falsificatie en stelt dat de kennis over een bepaald onderwerp toeneemt als we hebben aangetoond dat het voor een bepaalde situatie niet klopt. Op basis van dat nieuwe inzicht kunnen we die eerder verworven kennis uitbreiden en de achterliggende theorie vernieuwen. In de ontwikkeling van onze maatschappij is dit inzicht van Popper onmisbaar.

Onze wetenschap bouwt op vereenvoudigde modellen van de werkelijkheid, waar de minder relevante factoren buiten zijn gelaten en waarvan voor zeer veel gevallen kan worden aangetoond dat ze werken. Een dergelijke benadering is in veel situaties zonder problemen toe te passen, omdat het model bijna altijd opgaat en, als het niet opgaat, het meestal niet opgemerkt wordt, gezien het geringe belang van de afwijking. Maar dit mag ons nooit ertoe verleiden vervolgens te vergeten dat er altijd situaties zijn waaraan niet wordt voldaan. Dit zou ons er toe moeten brengen niet dogmatisch in het leven te staan en met verwondering te zoeken naar situaties die juist niet verklarend zijn voor de juistheid van eerdere aannames.

Een andere reden om steeds bezig te blijven met falsificatie is de dynamiek. Alhoewel velen er een grote afkeer van hebben en doorlopend proberen alles in vaste structuren te krijgen, die voor nu en tot in de eeuwigheid verklarend zou kunnen zijn, staat vast dat er geen evenwicht is en er ook nooit zal zijn. Alles van het universum tot in het kleinste gen vertoont dynamiek en is voortdurend aan verandering onderhevig. De wet van behoud van energie (Einstein) leert ons dat alle dynamiek merkbaar is voor zijn omgeving en daar dus ook invloed op heeft. Fritjof Capra heeft hieraan in zijn boeken “de eenheid van leven” en “het levensweb” uitgebreid aandacht aan besteed en ons inzicht gegeven in hoe deze invloeden in de historie de ontwikkeling van het leven hebben beïnvloed. Toch zijn er vandaag de dag nog steeds wetenschappers die beweren dat het DNA van een mens tijdens zijn leven niet verandert. Zou het niet zo kunnen zijn dat dit juist wel gebeurt onder invloed van de omstandigheden.

We zouden er naar mijn mening best van uit moeten gaan dat alles dynamisch is en doorlopend in verandering en dat alles invloed heeft op alles. Dat houdt ook in dat we bereid moeten zijn aan te nemen dat geokosmische fenomenen invloed hebben op alles en dus ook op ons. En het is nu juist de astrologie die studie maakt van de relatie tussen de kosmische gebeurtenissen en het leven. Meer kennis van de relatie en meer inzicht in het hoe en waarom van het leven kan ons de weg wijzen naar een samenleving die dit inziet en begrijpt en zich altijd bewust is van de onvolledigheid van de verkregen verklaringen en daarom verandering als iets normaals accepteert en liefdevol is in het teweegbrengen van alle veranderingen.

Op welke manier kan astrologie bijdragen?

Het is zeker niet zo dat astrologie op alle vragen die we hebben over het waarom en hoe van ons leven antwoord kan geven. De veelheid en complexiteit van de astronomische fenomenen en de steeds verschillende omstandigheden waarin herhalingen daarvan zich voordoen, maakt een duidelijke eenduidige interpretatie moeilijk. Vraag is overigens of we met het zoeken naar die eenduidigheid altijd wel op de goede weg zijn. Is het niet zo dat de dynamiek van het universum ervoor zorgt dat er nooit een moment in de eeuwigheid zal zijn waarop de situatie in het universum in alle details, identiek is aan een ander moment. Als we geboren worden is er een levensdoel. Het realiseren van dat levensdoel wordt beëindigd op het moment van overlijden. Als we geboren worden weten we maar een ding zeker, we zijn sterfelijk. Leven en dood zijn onverbrekelijk. Toch zoeken we naar zekerheid en stabiliteit in dit leven en houden ons liefst zoveel mogelijk afzijdig van de dood. We zouden echter moeten beseffen dat door nieuwe ervaringen de zingeving van het leven toeneemt. Juist dat bevordert de groei en draagt bij aan een vervuld leven.

Tenslotte

Horoscooprubrieken, zoals bijvoorbeeld rubrieken die met grote frequentie in de diverse bladen worden gepubliceerd, kunnen nooit individueel gebruikt worden. In deze rubrieken worden slechts algemene tendensen weergegeven, die voor velen met de Zon in het betreffende teken in meer of mindere mate zal kunnen gelden. In hoeverre deze tendens in het leven van een individu van invloed is, kan alleen worden afgeleid uit de persoonlijke horoscoop van betrokkene. Soms zal dan blijken dat de in deze rubrieken geschetste algemene tendensen bij iemand veel explicieter naar voren komen, dan wel zal blijken dat ze volstrekt ondergeschikt blijven aan andere factoren uit de persoonlijke horoscoop, die een veel sterkere uitwerking op het leven van betrokkene blijken te hebben. Dat hoeft niet te betekenen dat dergelijke rubrieken geen waarde hebben. Juist in die gevallen waarin duidelijk wordt aangegeven wat de waarde van dergelijke rubrieken is kan het zeker bijdragen aan verdieping van inzicht. Hierin heeft de astroloog zijn verantwoordelijkheid.  De waarde van astrologie gaat echter verder. Vooral daar waar de geboortetijd exact bekend is kan de horoscoop dienen ter ondersteuning en verklaring van keuzes die men tegenkomt op de levensweg. Of het nu gaat om talenten, beroepskeuze, partnerkeuze, gezondheid, de horoscoop kan hele waardevolle aanvullingen geven.

Voorwaarde is wel dat dit door een astroloog gebeurt die zijn rol serieus neemt en begrijpt dat hij/zij vooral een rol dient te spelen in de bevordering van de ontwikkeling van betreffend individu.