Categoriearchief: Overige

Slangendrager

Het 13e dierenriemteken – de Slangendrager (Ophiuchus)slangen

De slangendrager is officieel geen dierenriemteken. Dit sterrenbeeld bevindt zich wel in de dierenriemgordel, in het “gat” tussen Schorpioen en Boogschutter en wordt door sterrenwachten als het teken “Ophiuchus = Slangendrager/Slangenbezweerder” aangeduid.
De Slangendrager staat voor de sjamaan/sjamanca en is de bewaker van de levensenergie. Hij/zij kent het geheim van het leven. Zijn/haar voet wijst naar het hart van de Galaxis, de Bron en verbind ons met het Hogere Zelf.
Hij/zij brengt vrouwelijke en mannelijke waarden in ons samen en schenkt ons eenheidsbewustzijn.
Relatie met elementen, lichaamsdelen en een deel van planten
De maankalender wordt door veel mensen gebruikt, om het beste moment voor activiteiten te plannen. Met elk dierenriemteken zijn bepaalde dagkwaliteiten verbonden, en ook lichaams- en plantendelen. Zo horen de ‘water-tekens’ bijvoorbeeld bij het zenuwstelsel en de bladeren en kun je op de betreffende dagen het beste bladgroente en kruiden met geneeskrachtige werking oogsten. De Slangendrager heeft een geheel eigen plek. Als boodschapper van het goddelijke is hij verbonden met het element ether en al het etherische in lichaam en plant: de aura en de chakra’s (vooral kruinchakra) en de deva van de plant. De spirituele plantenboodschap zal zich op een Slangendrager dag gemakkelijker aan je openbaren en in een remedie laten verwerken. Dagen met Maan in Slangendrager (eind Boogschutter, begin Schorpioen) zijn daarom bijzonder geschikt voor meditatie, rituelen, heling en andere sjamanistische activiteiten. Zij staan in het teken van eenheidsbewustzijn en onvoorwaardelijke liefde, balans tussen vrouwelijk en mannelijk en het contact met het goddelijke en de kosmos.

Meditatiekleur: Zilver

Trefwoorden
Christusbewustzijn, sjamaan, heler, bewaker van levensenergie, kennis over het geheim van het leven, verheffen van het instinct naar een hoger niveau van intuïtie en aanvoelen; dromen, visioenen; er Zijn en mee stromen met wat er Is. Kruinchakra en hormoonsysteem.

Wie was/is de Slangendrager?
De naam slangendrager of slangenbezweerder zou kunnen verwijzen naar Pythoness of Pythia, de hogepriesteres in de tempel van de Godin, die via de slang boodschappen van de Godin ontving. Het beeld van de slangendragende priesteres komt onder andere voor in de soemerische en minoïsche cultuur. De slang is als boodschapper een oude bekende. Ook Eva brengt zij haar duivelse “kennis van goed en kwaad” over, waardoor zij en Adam dualistisch gaan denken en uit het paradijs van eenheidsbewustzijn worden verdreven. Laat de Slangendraagster nou juist voor eenheidsbewustzijn en de balans tussen vrouwelijk en mannelijk staan. Hij of zij bezit de kennis van het geheim van het leven en bewaakt de levensenergie. Het is de heler en de sjamaan/sjamanca, die kan bemiddelen tussen mensen en goden.

Aesculapius
We komen Ohhiuchus ook tegen in de Griekse mythologie als Apollo’s zoon Aesculapius (Asclepius). Hij was een grote genezer en zijn symbool is de esculaap, de slang die om een kruis omhoog klimt, vandaag nog het symbool voor artsen en helers. Hij kende het geheim van het leven en kon doden weer tot leven wekken. Daar was zijn vader Apollo het niet mee eens en plaatste hem daarom maar aan de hemel! Het sterrenbeeld Slangendrager staat aan de hemel tussen Schorpioen en Boogschutter. Zijn voet wijst naar de melkweg, het hart van ons zonnestelsel, onze Bron.

In een Griekse mythe doodt de zonnegod Apollo de reuzenslang Python, de bewaker van het orakel van Delphi en neemt Delphi over. Hij heeft nog wel een priesteres, Pythia, die het orakel overbrengt in onbegrijpelijke taal die door priesters moet worden vertaald.

Wellicht werpt het laatste stukje wat licht op het raadsel van de verdwijning van het 13e dierenriemteken. In de tijd dat de goden het overnamen van de godin en de zon belangrijker werd dan de maan, ging men ook rationeler denken en maakte steeds minder contact met het goddelijke, vooral met het vrouwelijk goddelijke. Degenen die nog contact konden maken met de godin, werden naar de sterren hemel verbannen, niet meer begrepen of niet gehoord. De slang werd de boodschapper van de duivel, van (de) Hel. De dertien maanmaanden werden twaalf zonnemaanden en binnen dit nieuwe moderne bewustzijn was er geen plaats voor de boodschap van dit dertiende dierenriemteken, dat met de ouderwetse energie van de godin en de toen achterhaalde vrouwelijke kwaliteiten was verbonden.
Inmiddels zijn we dit tijdperk aan het verlaten en juist weer op weg naar eenheidsbewustzijn, de balans tussen vrouwelijke en mannelijke waarden en contact met het goddelijke en de kosmos.

Wie was Asclepius

beeldHij was de zoon van Apollo en de nimf Coronis. Apollo was hevig verliefd op Coronis en zij was zwanger van hem maar zoals dat met verliefdheden van de goden vaak gaat werd haar niet echt naar haar gevoelens gevraagd. Toch moet Apollo zo zijn twijfels gehad hebben want toen hij op reis moest liet hij een witte kraai bij haar achter die de boel in de gaten moest houden. Toen de kraai hem vertelde dat zij ook werkelijk andere mannen ontving in zijn afwezigheid werd Apollo zo woedend dat hij zijn zuster Artemis opdracht gaf Coronis te doden. Ook de kraai moest het ontgelden en sindsdien zijn alle kraaien nu pikzwart. Coronis werd op de brandstapel gelegd en Apollo kreeg op het laatste moment erge spijt van zijn ondoordachte handelen. Hij kon zijn geliefde niet meer redden maar wel zijn zoon. Hij tilde Asclepius voorzichtig uit de buik van zijn moeder en bracht hem naar Cheiron die Asclepius verder verzorgde en opvoedde. Doordat Asclepius de geneeskunst al met de genen had meegekregen (ook Apollo was een kundig geneesheer) en ook nog eens werd onderwezen door Cheiron werd Asclepius de beste geneesheer die er ooit had bestaan. Maar toen hij tijdens de Trojaanse oorlog zelfs strijders terughaalde uit de dood ging dat voor Zeus echt een stap te ver en werd Asclepius geveld door de bliksem uit Zeus’staf. Apollo plaatste zijn zoon aan de hemel als het sterrenbeeld Ophiochus, de slangendrager. De Haan die de overgang aangeeft van nacht naar dag, van onbewust naar bewust, en de Slang, symbool voor transformatie en loslaten, zijn aan Asclepius gewijd. Denk hierbij ook aan het Esculaapteken van de medische stand met een slang die naar boven klimt en een die afdaalt rondom een staf.

Bovenstaande tekst is ontleend aan Astrologische vereniging Friesland Ophiochus.

Links
Astrologische vereniging Friesland Ophiochus | www.ophiochus.nl

Slangendrager
Dit sterrenbeeld lijkt op een voodoo-dokter met in elke hand een in tweeën getrokken stuk slang.
Technisch zijn het twee sterrenbeelden. Aan de ene kant de man die met zijn grote vierhoekige lichaam en driehoekige hoofd met de rechterarm de kop van de slang vasthoudt en met de linkerarm de staart van de slang. De vrij zwakke sterren van de voeten reiken tot de Schorpioen met de heldere roodachtige ster Antares.
De twee heldere sterren van de schouder en de heldere ster in de top van het driehoekige hoofd zijn ook goed herkenbaar
Hoewel de Slangendrager tot in de Dierenriem reikt wordt hij niet tot de Dierenriem gerekend.
In de Griekse mythologie stelt de figuur Asklepios voor, de Griekse God van de geneeskunde die terug kan worden gevonden als de Egyptische Imhotep (ongeveer 2900 v. Chr.), een eminent arts en architect: de eerste wetenschappelijke mens in de geschiedenis. Zo is de Slangendrager het enige bestaande sterrenbeeld dat een historisch figuur voorstelt.
De kosmische betekenis van de energieën van de 12 dierenriemtekens betreft een twaalfvoudigheid in de tijd, waarin de mens alle facetten in veel stadia moet doorlopen om tot eenheidsbewustzijn te kunnen komen.
Het spirituele bewustzijnsproces ontstaat wanneer beide delen van de Slang geheeld zijn, gesymboliseerd door de staf van Hermes waarbij de mannelijke en vrouwelijke energie tot eenheid wordt gebracht. Dit moet de dualiteit oplossen en de mens weer bewust maken van zijn oorsprong. Het opgaan in de eenheid voorbij de dualiteit.

laatste

In zijn fresco het Laatste Avondmaal heeft Leonardo Da Vinci Jezus te midden van zijn 12 discipelen, die symbool staan voor de 12 Dierenriemtekens, uitgebeeld.
Jezus met aan weerszijden 6 discipelen. Zowel van links als van rechts is Jezus de 7 e.
Van de 6de het tijdelijke naar de 7 het eeuwige; het overstijgen van de tijd.
Jezus als de dertiende tussen de twaalf, symbolisch de Slangendrager.
Jezus de verbindende en helende kracht tussen het eeuwige deel van de mens (de ziel) en het tijdelijke deel (het lichaam).

Van links naar rechts op het fresco
1 Bartholomeus – Stier /Venus
2 Jacobus de zoon van Alfeiis – Ram /Mars wijst naar Petrus
3 Andreas, broer van Simon die Petrus wordt genoemd – Tweelingen
4 Judas Iscariot de verrader – Steenbok / Saturnus
5 Petrus (Simon) – Waterman / Uranus Het verlichte denken
6 Johannes, broer van Jacobus – Vissen / Neptunus Het hogere voelen
1 JEZUS CHRISTUS De verbindende kracht
8 Thomas – Maagd / Mercurius Met de vinger naar omhoog, het goddelijke
9 Jacobus – Leeuw / Zon. Zoon van Zebedeus. Met de armen wijd gespreid
10 Filippus – Kreeft / Maan. Met de handen naar de borst, koesterend
1 1 Simon de Seloot – Boogschutter / Jupiter. Wijst naar Judas
12 Thaddeiis – Schorpioen / Pluto. Rechter hand open op de borst, en op tafel
13 Mattheus – Weegschaal /Venus. De belastinginner

Leidy de Groot

Het Luciafeest in Zweden (door Eleonore Oldenburger)

De vliegtuigmotoren maakten andere geluiden dan het sonore zoemen tijdens de vlucht. ‘Fasten your seatbelts please’! De landing werd ingezet. Het raampje bood uitzicht op een eindeloze witheid met hier en daar wat donkere plekken. Stockholm was maar anderhalf uur vliegen vanaf Amsterdam, toch was er sprake van een totaal andere sfeer. Vanuit de Finse Golf was er een enorme sneeuwstorm over het land getrokken. De gezagvoerder meldde dat er in elf uur tijd wel veertig centimeter sneeuw was gevallen. Een vreemde lichtheid was het gevolg. Stockholm, is een wonderlijke stad, bestaande uit 14 eilanden, die door bruggen met elkaar verbonden zijn, wordt ook wel het “Venetië van het noorden” genoemd. Maar vanuit het oude stadscentrum, Gamla Stan is een moderne stad ontstaan die in niets meer lijkt op ‘Venetië’. Hoe komen ze erbij, die reisbrochures? Maar mooi is de stad wel. De fel gekleurde koopmanshuizen waren wit bepoederd door de hevige sneeuwval. Het leverde een sprookjesachtig decor op voor de ’sledetocht van de Sneeuwkoningin’.

Mijn Zweedse vriendin Barbro heeft mij uitgenodigd om de Kerstdagen in Zweden door te brengen. Alleen al de gedachte aan: ”rij maar mee met de arrenslee door de sneeuw”, deed mij glimlachend besluiten de kerstverplichtingen in het grauwe Nederland de rug toe te keren.

Het was bijna winter zonnewende de langste nacht en de kortste dag van het jaar. Er stond die ochtend een zwakke noordoosten wind. De eilanden en de bultrotsen lagen er wit bij. Het was zo’n dag met een wonderlijke stilte die je alleen ervaart als de zee bevroren is. Op die vroege ochtend brachten duizenden jonge meisjes in Zweden, gehuld in witte gewaden, met een brandende kaars in hun hand en een kroon van elektrische kaarsen op het hoofd, licht in de duisternis van de Zweedse winter.

Vroeger waren dat echte kaarsen en ik moet niet aan denken hoeveel prachtige blonde haren er in de fik zijn gegaan. De jonge meisjes staan bekend als ‘Lucia’, de ‘Lussibrod’ en ze leiden een optocht van meisjes en ‘sterrenjongens’, ook in witte gewaden en met gouden sterren versierde punthoeden. Lucia en haar metgezellen de “stjärngossar”, de “pepparkaksgubbar” en de “tärnor” zingen kerstliederen en verspreiden zo licht en warmte in het donkere land. Tijdens het lopen delen ze saffraan broodjes, de zogenaamde “lussekatten” en peperkoekjes uit aan de omstanders. Deze saffraan broodjes zijn een symbolisch zonneoffer. Na deze processie volgt het gezamenlijke feest.

Bij Barbro was dit feest al in volle gang. De Julbok, het bokje van stro dat volgens de overlevering voorspoed zou brengen, blikte stoer voor zich uit te midden van de gekruide kerstbroden.

Er werden over en weer geschenken gegeven en met veel kaarslicht werd er aan de mooi gedekte tafel van de Luciaspijzen en -dranken genoten. Barbro’s oude vader had een ereplaats gekregen en zat in een gemakkelijke leunstoel, met aan zijn voeten nieuwe leren pantoffels en op zijn hoofd een bijzonder rood fluwelen kalotje. “Wat is dat voor een hoofddeksel”, fluisterde ik. “Oh, traditie” antwoordde ze: “dat is nog een overblijfsel van de vroegere feestkleding”. Hij hecht er nog steeds waarden aan. Dat viel te bezien, zijn bril zat op zijn voorhoofd en hij hield zijn handen op zijn maag gevouwen. De oude vader sliep! Hij ontwaakte pas bij het opgewekt zingen van de kerstliederen. De Zweedse mezzosopraan Anne Sofie von Otter zong het mooiste Kerstlied dat ik ooit gehoord heb en de hele familie zong mee. “Kopp ängen”, heette deze traditional en het ging over de heilige nacht.

Het laatste couplet raakte me het meest:

En sekund år jag evig

Och sen vet jag inget mer

Bara ett – att jag lever ……”

Het gezelschap zong beurtelings in het Zweeds en in het Engels, de  Zweden zijn zo tweetalig

“For a while I’m eternal

That’s the only thing I know

I am here and we share our dreams”……

De CD kreeg ik als kerstcadeautje mee om thuis nog eens na te genieten.

Wat later gingen we toch nog even naar de Lucia optocht in de buurt kijken. Jolig ploegden we door de vers gevallen sneeuw naar het nabij gelegen ziekenhuis en zagen juist de stoet naar binnen gaan. “Kijk”, zei Barbro: “daar gaat ze, wat is ze mooi hè, mijn Christina”. Ze was een prachtige Lucia, in haar witte jurk met een rood lint en een kaarsenkroon op het hoofd.

 

De Luciaoptocht lijkt een beetje op de oude midwinteromgangen, die lang geleden gehouden werden. Behalve in Zweden wordt het lichtfeest ook in de rest van Scandinavië gevierd. Eveneens in Kroatië en Italië, maar daar op een heel andere manier. Het traditionele Lucialied komt daar vast en zeker vandaan. Een vreemd soort ontroering maakte zich van  mij meester toen ik de Luciabruiden dit lied, dat ik ooit tijdens de zanglessen op de middelbare school geleerd had, hoorde zingen, met, jawel hoor, dezelfde lange uithalen: “Sulmare Lucia, l’astro d’argento, …… sahantaha luhucihia, Santaáááá Lucihiááá!

Lucia markeert het midden van de vierweekse adventstijd, die de meeste Zweedse huishoudens memoreren door voor elke adventsweek een kaars aan te steken. En de eerste week van advent is, net als in de meeste andere Europese landen, de tijd waarin de Zweden hun kerstversieringen aanbrengen. In deze tijd worden ook de steden en dorpen in Zweden op hun allermooist versierd en krijgen de straten hun kerstverlichting.

Oorspronkelijk is Lucia een heilige uit het Italiaanse Syracuse. Haar verhaal kent diverse varianten en dat geldt ook voor de wijze waarop deze traditie in Zweden is beland. We weten in elk geval zeker dat de Zweedse bovenklasse zich deze eigen maakte, waarbij de oudste dochter de rol van Lucia op zich nam en vader en moeder op de vroege ochtend van 13 december ontbijt op bed bracht. (Fig.)

Ook Carl Larsson (1853 – 1919), de bekende Zweedse kunstenaar, schonk er in zijn werk aandacht aan. Het werk hierboven is zo’n typisch Larsson schilderij. Larsson schildert zichzelf in het bed rechts met zijn neus net zichtbaar boven de deken. Zijn oudste dochter Suzanne komt haar ouders wekken met koffie en saffraan broodjes.

Lucia kreeg in Zweden echter pas echt goed voet aan de grond toen een krant uit Stockholm in 1927 de eerste Luciawedstrijd organiseerde, waarin de lezers hun eigen Lucia konden kiezen.

Tegenwoordig is er ieder jaar in Zweden een Lucia-verkiezing en heeft elke school, bedrijf of vereniging zijn eigen Lucia.

Er zijn een aantal verhalen over de eerste Lucia vieringen bekend. Zij worden in verband gebracht met de kortste dag of de verdwijning van het licht. Deze langste nacht heette “duivels” te zijn, en men dacht dat Lucifer er huis hield. Huizen en deuren werden hermetisch gesloten en men wachtte met angst en beven op het eerste licht van de ochtend. Is het niet prachtig, dat er na die angstige, duivelse langste nacht ‘s morgens vroeg het eerste licht verschijnt in de vorm van een Lucia-bruid, die het licht brengt?

De legende over Lucia vertelt dat zij in het jaar 304 n. Chr. in Syracuse op Sicilië de marteldood sterft als een van de laatste slachtoffers van de Romeinse christenvervolgingen. Zij weigerde voor de Keizer te offeren.

Een ander verhaal over Lucia is: dat zij van haar bruidsschat eten koopt voor de armen, in plaats van aan haar toekomstige man te geven.

In Zweden gaat het verhaal dat zij rond 1200 verscheen aan de oevers van het Vänermeer, waar toen een vreselijke hongersnood heerste. Ze verscheen met een schip met voedsel, dat ze uitdeelde aan de mensen. Voor de beroemde Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf, die de legende van de heilige Lucia op schrift stelde, was het in haar jeugd op 13 december de mooiste gebeurtenis van het jaar wanneer Lucia de deur binnen kwam en haar kamer verlichtte. Zij was het licht dat de duisternis doordrong, de warmte die ijzig koude landen midden in de winter lieflijk en zonnig maakte.  Nee, wij vieren in Nederland helaas geen Luciafeest, jammer het is toch zo’n mooi midwinterfeest.

Het deed me, hoe wonderlijk dan ook, denken aan de tarotkaart de Kracht, die volgens bepaalde astrologische correspondenties verbonden is aan Zweden. Als ik naar de kaart kijk zie ik Lucia in haar witte bruidsjurk en op haar hoofd zie ik de uitstekende klaverblaadjes veranderen in een kaarsenkroon. En de Leeuw dan, zul je zeggen, die is toch niet typisch Zweeds. Om maar weer met de astrologie op de proppen te komen: elk dierenriemteken heeft een planeet die bij hem past. Voor het teken Leeuw is dat de Zon. Kijk je naar het menselijk lichaam en daarin naar de plaats waar de ‘Leeuw’ zich manifesteert dan kom je bij het hart als centraal orgaan van het lichaam en bij  de gevoelsrijkdom van de ziel die daarin haar centrum heeft. Deze gevoelssfeer reikt van diepe angst, via heftige emoties naar de mogelijkheid tot spirituele waarnemingen. Lucia was zo’n figuur waarbij de wilde zinnelijke harte kracht bedwongen werd en zij haar hogere geestkrachten in dienst kon stellen van armen en minder bedeelden. De leeuwenkracht of het lagere zelf, heeft hier kennelijk een metamorfose doorgemaakt. Zij had van nature een leeuwenhart, zou je zeggen, en wist deze kracht in christelijke zin te verinnerlijken. Zij wijst ons erop dat wij de wilde beesten niet eerder kunnen temmen dan nadat wij onze innerlijke monsters hebben overwonnen. Volgens de legende bracht zij daarvoor een offer en schonk Lucia, haar naam betekent licht, het licht van haar ogen. De kracht die in de Lucialegende wordt aangewend is dan ook de hoogste kracht die de mens kan opbrengen, namelijk nederigheid, de erkenning dat hij maar een nietig schepsel is .met zeer begrensde vermogens. Vrouwe Lucia toont ons begrip voor de medemens, verdraagzaamheid en samenwerking.

 

Hierbij de recepten van enkele gerechten die bij Barbro op tafel stonden.

Lussekatter – Luciabroodjes

Tijdens het Luciadiner stonden de zoete Luciabroodjes gedurende de hele maaltijd op tafel zodat iedereen die nog trek had er van kon knabbelen.

Wat heb je nodig voor ca. 10 broodjes?

  • 1 pak witbroodmix
  • 100 gr. suiker
  • 3 dl. handwarme melk
  • 25 gr. boter
  • 1 ei
  • Een paar draadjes saffraan, opgelost in een gedeelte van de melk.
  • 20 gedroogde cranberries

Zo maak je het klaar:

Meng  de witroodmix met de suiker door elkaar. Voeg melk en boter toe en kneed er een soepel deeg van. Laat het deeg afgedekt met huishoudfolie 15 min. rijzen op een warme plaats. Verdeel het deeg in 10 porties. Vorm van elke portie deeg een dunne rol van ca. 20 cm. Leg ze in een S-vorm neer op een ingevet bakblik. Stop een cranberry in iedere krul en laat deze broodjes afgedekt nog 30 min. na rijzen op een warme plaats. Verwarm de oven voor op 1900 C hete lucht of op 2100 C bij een conventionele oven.

Klop het ei los en bestrijk de broodjes ermee. Bak de broodjes in het midden van de oven in ca. 20 min. goudbruin en gaar.

De S-vormige broodjes zullen na het bakken de vorm van een lemniscaat aangenomen hebben, die lijkt op het symbool boven het hoofd van de vrouw op de tarotkaart ‘de Kracht’.

Kokt Rensdyrkjott.

2 kg. Rendiervlees met bout (IKEA)

2 ltr. Water

1 theelepel jeneverbessen

1 theelepel peperkorrels

1 eetlepel gedroogde lijsterbessen of duindoornbessen

Wat jonge dennennaalden of rozemarijn

Eventueel: aardappel, wortel of koolraap

Zout en peper naar wens toevoegen.

 

Leg de bout of het vlees en het losgesneden bot in een stevige kookpot. Bedek met water en breng aan de kook. Schep het schuim eraf, voeg de overige ingrediënten toe en laat 3 tot 4 uur zachtjes sudderen tot het vlees gaar is. Op het laats wortel, koolraap en aardappel toevoegen. Schep het merg uit het bot in de stew. Snij het vlees in plakjes en leg die in diepe borden. Drapeer de groente er omheen en overgiet met de bouillon. Serveer met dikke plakken donker roggebrood.

 

Zweedse rode kool , met rode bessenjam in plaats van appeltjes

Ingrediënten:

  • 1 kilo rode kool
  • 4 eetlepels boter
  • 1 eetlepel suiker
  • 1 theelepel zout
  • kaneelstokje
  • 5 eetlepels water of appelsap
  • rozijnen weken in 5 eetlepels rode-wijnazijn
  • 4 kruidnagels en
  • 2 theelepels karwijzaad
  • 1 hele ui

Verwijder de lelijke buitenste bladeren en het hart van de rode kool en snijd de rest in dunne reepjes. Doe de boter, suiker, zout, kaneelstokje, het water en de azijn in een grote pan. Breng dit mengsel aan de kook. Doe de kool en de ui in de pan als de boter en de suiker gesmolten zijn. Voeg kruidnagel en karwijzaad toe. Roer goed door en breng opnieuw aan de kook. Laat alles half afgedekt op laag vuur ca. 1,5 uur smoren. Controleer af en toe of de kool niet droog kookt. Voeg eventueel een beetje water toe. Voeg ongeveer 10 minuten voordat de kool gaar is de jam toe en haal de ui er uit. Daarna de pan geheel sluiten en de inhoud gaar laten smoren op een matige hitte. Als de kool dreigt droog te koken nog een beetje water toevoegen.

 

Grädde ris – romige rijstpudding

Rood en wit, de kleuren van de Lucia bruid en die van de tarotkaart de Kracht.

Wat heb je nodig voor 6 tot 8 personen?

  • 1 vanillestokje
  • 1 kaneelstokje
  • 1,3 liter volle melk
  • 250 gram dessertrijst
  • 1 theelepel zout
  • 2 eetlepels suiker
  • 100 gram amandelsnippers + 1 hele amandel
  • 2 deciliter slagroom
  • Maak een vruchtencoulis van rood fruit ( in de winter diepgevroren verkrijgbaar) of gebruik rode bessensaus.

 

Snijd het vanillestokje open en doe het samen met het kaneelstokje, de melk, de rijst en zout in een pan met dikke bodem. Breng aan de kook en laat al roerend ca. 30 minuten koken. (of volg de kooktijd op het pak met dessertrijst). Neem het kaneelstokje en het vanillestokje uit de rijst. Schraap de zaadjes uit het vanillestokje en roer ze door de rijst. Sprenkel er de suiker door en laat helemaal afkoelen. Klop in een kom de slagroom stijf. Rooster heel zachtjes de amandelsnippers in een droge koekenpan lichtbruin. Laat ze afkoelen en meng ze door de rijst, samen met de hele amandel. Schep er voorzichtig de room doorheen. Doe het geheel in een puddingvorm en laat het in de koelkast opstijven. Dien de rijstpudding op, in het midden gevuld met koude vruchtencompote of rode bessensaus.

De gelukkige of ongelukkige  vinder (die er zijn kiezen op kapot bijt) van de amandel krijgt een klein cadeautje.

 

smaklig måltid – eet smakelijk!

 

Eleonore Oldenburger was verbonden aan de beroepsopleiding tot Tarotkundige van stichting de Ster in Terborg. Ze publiceerde diverse boeken en artikelen op dit gebied